WAT MOET JE ALS LEIDINGGEVENDE MET ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN IN JE ORGANISATIE?
ER IS EEN DUURZAME ÉN BETAALBARE OPLOSSING
U (HR-Manager/leidinggevende/werkgever) wordt geïnformeerd door een medewerker, of door de vertrouwenspersoon, over grensoverschrijdend gedrag in uw organisatie. Er zijn dan 4 opties:
- Informeel gesprek met betrokkenen: als het lukt is dit de mooiste oplossing, als het mislukt kunnen de problemen nog veel groter worden
- Formele procedure bij de Klachtencommissie: duurt heel lang, kost heel veel geld, slecht voor de reputatie van de organisatie en de vraag aan het eind is altijd weer: wat is er eigenlijk opgelost?
- Mediation > exit-mediation: de algemene mediation-methodiek blijkt in de praktijk niet effectief en wordt dan al gauw een exit-mediation
- Herstelmediation: de duurzame oplossing die ook goed is voor de reputatie van de organisatie; kost gemiddeld een kwart van wat een Klachtencommissie-procedure kost. Herstelmediation focust bovendien op behoud van de arbeidsrelatie, vrede op de werkvloer en herstel van de veilige werkplek.
LEES VERDER OVER:
HERSTELMEDIATION, WAAROM EN HOE?
Met herstelmediation kun je de kwestie informeel, dus sneller en met veel minder gedoe oplossen, dan langs de formele weg van de Klachtenprocedure. Herstelmediation kan effectief ingezet worden vóórdat de melder van ongewenst gedrag een klacht indient bij de Klachtencommissie.
Daarnaast kost herstelmediation gemiddeld 75% mínder, dan wat de werkgever moet betalen voor het inschakelen van een Klachtencommissie, nog afgezien van de kosten nà de Klachtencommissie (exit-mediation of gerechtelijke procedure, transitievergoeding e.d.).
Het is aan de leidinggevende (bijvoorbeeld de HR-Manager), of de vertrouwenspersoon, om de melder van ongewenst gedrag en de aangesprokene, herstelmediation voor te stellen.
Zie ook: Creëer ruimte voor mediation - over de pre-formele fase - en: Herstelmediation: het proces, de methode en het resultaat)
Daarnaast kost herstelmediation gemiddeld 75% mínder, dan wat de werkgever moet betalen voor het inschakelen van een Klachtencommissie, nog afgezien van de kosten nà de Klachtencommissie (exit-mediation of gerechtelijke procedure, transitievergoeding e.d.).
Het is aan de leidinggevende (bijvoorbeeld de HR-Manager), of de vertrouwenspersoon, om de melder van ongewenst gedrag en de aangesprokene, herstelmediation voor te stellen.
Zie ook: Creëer ruimte voor mediation - over de pre-formele fase - en: Herstelmediation: het proces, de methode en het resultaat)
CIJFERS ONGEWENST GEDRAG
Wij onderscheiden intern en extern ongewenst gedrag. Intern: 13% van de werknemers ervaart ongewenst gedrag vanuit leidinggevenden of collega's. Extern: 23% van de werknemers ervaart ongewenst gedrag vanuit klanten (of patiënten, leerlingen of passagiers). Bron: TNOWerknemers kunnen tijdens hun werk zowel positieve als negatieve ervaringen hebben met collega’s, leidinggevenden, klanten of patiënten.
Bij ongewenst gedrag op het werk kan het bijvoorbeeld gaan om ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld en pesten. Bijna een kwart (23%) van de werknemers gaf in 2021 aan een enkele keer of vaker te maken hebben gehad met ongewenst gedrag door externen (zoals klanten, patiënten, leerlingen of passagiers). Hiermee is dit percentage weer iets toegenomen na een daling in 2020. Vrouwen hadden er vaker mee te maken dan mannen: 30% tegen 16%. Naar leeftijd ervaarden 15- tot 25-jarigen (30%) het vaakst extern ongewenst gedrag. Deze vorm van ongewenst gedrag kwam het meest voor bij werknemers in de zorg (43%), gevolgd door werknemers in de horeca (31%).
Intern ongewenst gedrag vindt plaats door collega’s of leidinggevenden en kwam in 2021 voor bij 13% van alle werknemers. In tegenstelling tot extern ongewenst gedrag is het verschil tussen vrouwen en mannen op het gebied van intern ongewenst gedrag kleiner (14 tegen 13%). Intern ongewenst gedrag komt het minst voor onder 65-plussers (7%). De verschillen naar bedrijfstak zijn voor intern ongewenst gedrag flink kleiner dan het geval is voor extern ongewenst gedrag. In de industrie (17%), horeca en vervoer en opslag (beide 16%) kwam ongewenst gedrag door collega’s of leidinggevenden het meest voor.
Bij het gros van de werknemers die in 2021 minimaal een enkele keer te maken kregen met ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld of pesten, gebeurde die vorm van grensoverschrijdend gedrag alleen offline. Dit was het geval bij 22% van alle werknemers. Bij een relatief klein deel van de werknemers vond het grensoverschrijdend gedrag zowel online als offline (4%) plaats, of ging het om enkel online (3%) onge- wenst gedrag.
In 2021 werd bijna 8% van de werknemers naar eigen zeggen gediscrimineerd op het werk. Zij voelden zich bijvoorbeeld gediscrimineerd op basis van afkomst, huidskleur of nationaliteit (2,4%), leeftijd (1,8%) of geslacht (inclusief zwangerschap) (1,5%). Andere vormen van discriminatie, zoals vanwege godsdienst of levensovertuiging en vanwege seksuele geaardheid of voorkeur, kwamen minder voor.
Van alle werknemers had 28% in 2021 een conflict op het werk met collega’s, de direct leidinggevende of de werkgever. Dat is iets meer dan een jaar eerder (26%), maar minder dan in de pre-coronajaren toen dit schommelde tussen de 30 en 33%. Mannen hadden vaker een conflict op het werk (30%) dan vrouwen (25%). Gemeten naar sector liep dit uiteen van 20% van de werknemers werkzaam bij een financiële instelling tot 34% in de industrie.
Ondanks negatieve ervaringen op het werk ervaren verreweg de meeste werknemers sociale steun van collega’s en de leidinggevende. Zo ervoer in 2021 97% van de werknemers vaak of altijd sociale steun van collega’s. Sinds het begin van de meting in 2014 is dit percentage vrij stabiel en de verschillen naar geslacht, leeftijd en bedrijfstak zijn relatief klein.
Verder ervoer 88% van de werknemers sociale steun van de leiding- gevende. Dat is iets minder dan in 2020 maar nog hoger dan in de pre-coronajaren toen dit schommelde tussen de 85% en 86%. Werknemers in de financiële dienstverlening ervoeren in 2021 het meest steun van de leidinggevende (94%); werknemers in vervoer en opslag het minst (82%). Bron: TNO
ZORG DAT IN JOUW ORGANISATIE SLACHTOFFERS ZICH DURVEN MELDEN
De meeste slachtoffers van ongewenste omgangsvormen melden zich namelijk niet. Reden: angst voor verlies van werk en voor zover er in de organisatie al een vertrouwenspersoon werkzaam is, zien veel slachtoffers van ongewenste omgangsvormen deze vertrouwenspersoon (in de regel ten onrechte, maar toch) als "verlengstuk van personeelszaken". Bovendien zien slachtoffers op tegen al dat gedoe dat volgt op hun melding, de confronterende verhoren door de Klachtencommissie, spanning op de afdeling, de reacties van collega's. Als een slachtoffer, met veel omhaal en heel voorzichtig, een vertrouwde collega probeert te vertellen over wat hij/zij meemaakt, is de reactie maar al te vaak bagatelliserend: "Hij bedoelt het niet zo kwaad"", of: "Je moet er niet zo zwaar aan tillen", of: "Moet toch kunnen", of, in het beste geval: "Je moet je er gewoon niets van aantrekken." Zelden zal een werknemer, die ziet dat een collega op het werk last heeft van grensoverschrijdend gedrag, het openlijk voor het slachtoffer opnemen en de verantwoordelijke collega (leidinggevende) aanspreken op diens gedrag.Werkgever, zorg dat slachtoffers zich dúrven melden. Zorg dat ongewenste omgangsvormen op de werkvloer zo gauw mogelijk bij de leiding bekend zijn. Zo kun je de schade voor de medewerkers én de organisatie zoveel mogelijk beperken.
DOWNLOAD VOORBEELD PLAN VOORKÓMEN VAN PSA
Heeft jouw organisatie wel een deugdelijk plan van aanpak (Arbowet art. 5 lid 3) waarin is aangegeven hoe de organisatie werknemers beschermt tegen psychosociale arbeidsbelasting (PSA)? PSA wordt met name veroorzaakt door ongewenste omgangsvormen, zoals (seksuele) intimidatie, pesten, discriminatie en agressie. Een voorbeeld van zo'n plan van aanpak kun je op deze site downloaden (zie in de kolom links, onder de kop DOWNLOADS).ERNSTIGE GEVOLGEN VAN ONGEWENST GEDRAG
Ongewenst gedrag kan ernstige gevolgen hebben.Niet alleen voor het slachtoffer zelf, maar ook voor omstanders zoals collega’s, familie, vrienden, de organisatie en de maatschappij. Slachtoffers lopen het risico op negatieve emoties en klachten zoals hoofd- en buikpijn, slaapproblemen of depressie. Klachten die onherroepelijk gevolgen hebben voor de prestaties van het slachtoffer op zijn of haar werk.Sommige werknemers ervaren verschillende vormen van ongewenst gedrag naast elkaar. De kans op burn-out klachten is twee keer zo hoog wanneer werknemers te maken hebben met hoge werkdruk én ongewenst gedrag, dan bij alleen hoge werkdruk. Hoge werkdruk en hoge emotionele belasting verhogen de kans op ongewenst gedrag in organisaties. Ongewenst gedrag komt in alle sectoren voor.
Naast de financiële gevolgen van extra verzuim, leidt ongewenst gedrag ook tot een slechte sfeer, verminderde betrokkenheid met een verminderde productiviteit en efficiëntie als gevolg.
ZELFINSPECTIE SEKSUELE INTIMIDATIE, PESTEN EN DISCRIMINATIE
Wat kan ik als werkgever doen? Start de zelfinspectie aanpak seksuele intimidatie, pesten en discriminatie.In een organisatie waar seksuele intimidatie voorkomt is het verzuim hoger, en de arbeidsproductiviteit lager. Seksuele intimidatie in de organisatie kan de werkgever dus veel geld kosten.
Onder seksuele intimidatie verstaan we opmerkingen, gebaren, en handelingen die een seksueel karakter hebben en die het slachtoffer als ongewenst ervaart. De bedoeling van de dader bepaalt niet of iets seksuele intimidatie is: seksuele intimidatie kan ook onbewust voorkomen. Maar dat is niet minder schadelijk dan ‘bewuste’ seksuele intimidatie.
In een organisatie waar sprake is van pesten wordt is daardoor het verzuim hoger, en de arbeidsproductiviteit lager. Pesten kan de werkgever dus veel geld kosten.
Pesten kan verbaal, non-verbaal en fysiek zijn, openlijk en verborgen. Het kan worden gedefinieerd als: “Herhaald, ongewenst, negatief gedrag waartegen iemand zich niet kan verdedigen.” Pesten kan door collega’s, leidinggevenden en ondergeschikten plaatsvinden. Die zien hun gedrag overigens lang niet altijd als pesten.
Overheden, en andere organisaties die het tegengaan van arbeidsdiscriminatie belangrijk vinden, wegen diversiteit steeds vaker mee als ze bedrijven selecteren voor opdrachten.
We praten over arbeidsdiscriminatie als sommige werknemers of sollicitanten anders worden behandeld dan anderen, op grond van één of meer van de volgende factoren: afkomst, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap of chronische aandoening, politieke gezindheid, arbeidsrelatie (fulltime of parttime), arbeidscontract (vast of tijdelijk contract), burgerlijke staat, nationaliteit, godsdienst, levensbeschouwing,
Discrimineren bestaat in allerlei vormen. Bijvoorbeeld in de omgang tussen collega’s: in de vorm van pesten, maar ook het niet willen samenwerken met of het negeren van een collega. Bij discriminatie vanwege geslacht kan discriminatie leiden tot seksuele intimidatie. Arbeidsdiscriminatie kan ook voorkomen wanneer twee collega’s die hetzelfde presteren verschillend beoordeeld en beloond worden. Arbeidsdiscriminatie kan overigens bewust en onbewust plaatsvinden.
Onder seksuele intimidatie verstaan we opmerkingen, gebaren, en handelingen die een seksueel karakter hebben en die het slachtoffer als ongewenst ervaart. De bedoeling van de dader bepaalt niet of iets seksuele intimidatie is: seksuele intimidatie kan ook onbewust voorkomen. Maar dat is niet minder schadelijk dan ‘bewuste’ seksuele intimidatie.
In een organisatie waar sprake is van pesten wordt is daardoor het verzuim hoger, en de arbeidsproductiviteit lager. Pesten kan de werkgever dus veel geld kosten.
Pesten kan verbaal, non-verbaal en fysiek zijn, openlijk en verborgen. Het kan worden gedefinieerd als: “Herhaald, ongewenst, negatief gedrag waartegen iemand zich niet kan verdedigen.” Pesten kan door collega’s, leidinggevenden en ondergeschikten plaatsvinden. Die zien hun gedrag overigens lang niet altijd als pesten.
Overheden, en andere organisaties die het tegengaan van arbeidsdiscriminatie belangrijk vinden, wegen diversiteit steeds vaker mee als ze bedrijven selecteren voor opdrachten.
We praten over arbeidsdiscriminatie als sommige werknemers of sollicitanten anders worden behandeld dan anderen, op grond van één of meer van de volgende factoren: afkomst, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap of chronische aandoening, politieke gezindheid, arbeidsrelatie (fulltime of parttime), arbeidscontract (vast of tijdelijk contract), burgerlijke staat, nationaliteit, godsdienst, levensbeschouwing,
Discrimineren bestaat in allerlei vormen. Bijvoorbeeld in de omgang tussen collega’s: in de vorm van pesten, maar ook het niet willen samenwerken met of het negeren van een collega. Bij discriminatie vanwege geslacht kan discriminatie leiden tot seksuele intimidatie. Arbeidsdiscriminatie kan ook voorkomen wanneer twee collega’s die hetzelfde presteren verschillend beoordeeld en beloond worden. Arbeidsdiscriminatie kan overigens bewust en onbewust plaatsvinden.
ZELFINSPECTIE AGRESSIE EN GEWELD DOOR DERDEN
Heeft uw organisatie met geweld en agressie door derden te maken en wilt u weten of u voldoende doet (of nog meer kan doen) om uw medewerkers te beschermen? Start dan de zelfinspectie agressie en geweld door derden.In een organisatie waar agressie voorkomt is het verzuim hoger, en de arbeidsproductiviteit lager. Dat kost werkgevers veel geld.
Agressie is er grofweg in drie vormen:
Een bijzondere categorie ongewenst gedrag is agressie en geweld door derden, dus niet bínnen uw organisatie, maar in het contact van de uw organisatie met klanten, bezoekers, of mensen die het om welke reden dan ook op uw bedrijf en medewerkers hebben gemunt. De Rijksoverheid, als werkgever, is bijvoorbeeld 350 miljoen euro per jaar kwijt aan de gevolgen van agressie en geweld door derden.
Agressie is er grofweg in drie vormen:
- Verbale agressie - uitschelden, schreeuwen of zeer fel in discussie gaan
- Fysieke agressie - schoppen, duwen, slaan, spugen, bijten, vernielen
- Psychische agressie - iemand verbaal of schriftelijk bedreigen, intimideren, chanteren of vernederen
Een bijzondere categorie ongewenst gedrag is agressie en geweld door derden, dus niet bínnen uw organisatie, maar in het contact van de uw organisatie met klanten, bezoekers, of mensen die het om welke reden dan ook op uw bedrijf en medewerkers hebben gemunt. De Rijksoverheid, als werkgever, is bijvoorbeeld 350 miljoen euro per jaar kwijt aan de gevolgen van agressie en geweld door derden.
Te hoge werkdruk maakt medewerkers minder creatief en productief, en verhoogt de kans op fouten en ongevallen. In een organisatie waar de werkdruk structureel te hoog is, daalt de arbeidsproductiviteit en gaat het verzuim omhoog. Te hoge werkdruk kan werkgevers veel geld kosten.
Te hoge werkdruk kost ook landelijk gezien veel geld: zo’n 4 miljard euro per jaar, berekende onderzoeksbureau TNO.
Werkdruk is te hoog als de eisen die het werk stelt niet in balans zijn met de belastbaarheid van een werknemer. Er zijn verschillende situaties die zorgen voor een hogere werkdruk. Dat kan te maken hebben met de inhoud van het werk. Bijvoorbeeld als er te weinig tijd is voor opdrachten, als de medewerker te weinig inspraak heeft in hoe hij of zij het werk uitvoert, of als onduidelijk is wat er van de medewerker wordt verwacht. Maar ook de omstandigheden waarin de werknemer zijn werk moet doen kunnen werkdruk veroorzaken. Bijvoorbeeld als er onduidelijkheid is is over de toekomst van zijn functie, als er conflicten zijn in een organisatie, of als een werknemer te weinig pauzes krijgt.
Te hoge werkdruk kost ook landelijk gezien veel geld: zo’n 4 miljard euro per jaar, berekende onderzoeksbureau TNO.
Werkdruk is te hoog als de eisen die het werk stelt niet in balans zijn met de belastbaarheid van een werknemer. Er zijn verschillende situaties die zorgen voor een hogere werkdruk. Dat kan te maken hebben met de inhoud van het werk. Bijvoorbeeld als er te weinig tijd is voor opdrachten, als de medewerker te weinig inspraak heeft in hoe hij of zij het werk uitvoert, of als onduidelijk is wat er van de medewerker wordt verwacht. Maar ook de omstandigheden waarin de werknemer zijn werk moet doen kunnen werkdruk veroorzaken. Bijvoorbeeld als er onduidelijkheid is is over de toekomst van zijn functie, als er conflicten zijn in een organisatie, of als een werknemer te weinig pauzes krijgt.